Het te bebouwen gedeelte van de Boekhorstpolder. | Foto: pr.
Het te bebouwen gedeelte van de Boekhorstpolder. | Foto: pr. Foto: pr.

HKV vraagt om archeologisch onderzoek voor bouwplannen Nieuw Boekhorst

Politiek Voorhout

Voorhout • Het college van B&W heeft kortgeleden de gemeenteraad gevraagd om een half miljoen euro als voorbereidingskrediet ter beschikking te stellen voor het plan Nieuw Boekhorst. Als die plannen gerealiseerd zijn, zal het gehele zuidwestelijke gedeelte van de Boekhorstpolder, tussen de spoorlijn, trekvaart en Herenstraat worden bewoond. De Historische Kring Voorhout (HKV) stelt vast dat deze voorgenomen bouwplannen betrekking hebben op percelen met een belangrijke historische betekenis.

De restanten van het kasteel Boekenburg, vroeger ook wel Bouchhorstenburg genaamd, waren hier al aanwezig tijdens de stichting van de Boekhorstpolder in 1658. Bij het graven van de trekvaart is toen, in het gebied omsloten door de huidige ’s-Gravendamseweg, Jacoba van Beierenweg, Dinsdagse Watering en trekvaart, een aparte polder gesticht die de toepasselijke naam Boekhorstpolder gekregen heeft. Hier woonden immers in de vroege middeleeuwen op het kasteel leden van de roemruchte familie Boekhorst. Enkele personen van dat geslacht liggen ook in de grafkelder van de Kleine Kerk in Voorhout begraven. Het is niet zeker wanneer het kasteel verwoest is, mogelijk tijdens de Hoekse en kabeljauwse twisten tijdens welke ook Jacoba van Beieren een belangrijke rol heeft gespeeld. Een versterkt huis van bescheidener opzet kwam voor het kasteel in de plaats.

Boerderij Groot Boekhorst

Op de oudste kadasterkaarten van 1832 staan gebouwen getekend aan de voormalige Maendagsche Watering. Deze watergang wordt later Molentogt resp. Molentocht genoemd. Naar verluidt staan de gebouwen, een boerderij van Jan Duinhoven, beschermd door een slotgracht op de plek van het voormalige kasteel. Deze boerderij, die we kennen als Groot Boekhorst, is recent afgebroken.

Vroegtijdig beginnen

De HKV heeft het college van B&W en de gemeenteraad gevraagd om zeker te stellen dat er grondig archeologisch onderzoek gedaan wordt naar de plaats en de directe omgeving van het voormalige kasteel. Als daar vroegtijdig mee begonnen wordt hoeft dit niet beperkt te zijn tot een ‘pro forma’ activiteit onder druk van de bouwplannen. Door het karakter van de gronden rondom, het is vrijwel allemaal weiland, is de verwachting dat vroegere verstoringen van de ondergrond beperkt zullen zijn. Er is alle reden om aan te nemen dat sporen van de slotgracht, muren en mogelijk kelders teruggevonden kunnen worden. Aan de orde is niet alleen het krediet voor de voorbereiding van de bouwplannen. Dit is ook het moment waarop een grondig onderzoek naar dit erfgoed van het ruim duizend jaar oude dorp als voorwaarde gesteld moet worden voordat plannen voor bebouwing kunnen worden uitgevoerd.

Uit de krant