Afbeelding

De wolf en de 17 miljoen geiten – deel 1

Algemeen Teylingen

Column • Er was eens, niet zo lang geleden in een land helemaal niet ver hier vandaan, een verzameling belangen. Ze waren allemaal verschillend, want ze behoorden toe aan heel verschillende mensen. Veel belangen leken op elkaar en gingen heel goed samen. Iedereen wilden treinen die op tijd reden, winkels waar genoeg te koop was, post die netjes werd bezorgd, telefoons die het deden, internet zonder storingen, water en elektriciteit en gas zonder hapering, begaanbare wegen en verkeerslichten die op tijd rood of groen werden. Er waren ook belangen die een beetje schuurden: de één had belang bij harde muziek in het park, de ander had liever stilte. Bijna altijd werd dat opgelost door een dosis vriendelijkheid en geduld. Leven en laten leven, zeiden de mensen tegen elkaar en dat hielp. Ze vroegen en gaven over en weer een beetje begrip. Ze overlegden met elkaar en maakten afspraken waar iedereen mee uit de voeten kon. Soms kwamen ze er niet goed uit. Daar hadden ze óók wat op bedacht. Een overheid, allerlei wetten en mensen die de wetten handhaafden. Maar de belangen groeiden, het werden er steeds meer en ze werden al maar groter. De belangen kruisten elkaar steeds vaker, en ze leken steeds meer tegenstrijdig te zijn. Het leven in dat kleine landje met al die verschillende belangen was vreselijk ingewikkeld geworden. Op den duur vond ieder zijn eigen belangen zo belangrijk dat hij ze aan niemand meer toevertrouwde. Iedereen probeerde z’n zin te krijgen door luid te roepen of hard te slaan. Of, vaker nog, door met veel geld te zwaaien. Waar waren de vriendelijkheid en het geduld gebleven? Die kostten niets, en waren daardoor niet meer in tel. Begrip was schaars en daardoor duur. Vertrouwen was onbetaalbaar geworden, dat gaf niemand zomaar meer weg. Tenslotte trok iedereen zo hard aan z’n eigen eindje dat het hele land dreigde om te vallen. Zou het ooit nog goed komen? Was er nog iemand die het land kon redden?

egbertvanderweide

Uit de krant