Douwe Splinter (rechts) met zijn opvolger, Anika Remerij. 'Ik herken de energie.' | Foto Willemien Timmers
Douwe Splinter (rechts) met zijn opvolger, Anika Remerij. 'Ik herken de energie.' | Foto Willemien Timmers

‘Onverschrokken’ directeur Douwe Splinter neemt afscheid van de Prof. Dr. Leo Kannerschool

Onderwijs Regio

2020 is een jaar waarin er in het Oegstgeester onderwijsland veel verandert. Ook op de Prof. Dr. Leo Kannerschool neemt een bevlogen directeur met pijn in het hart afscheid. Met een prettig soort van onverschrokkenheid gaf Douwe Splinter leiding aan deze school voor voortgezet speciaal onderwijs voor kinderen met een autismespectrumstoornis, stond hij voor ze in de bres, en zorgde hij ervoor dat zijn leerlingen verder kwamen in het leven.

Door Willemien Timmers

Douwe Splinter werd in 1953 geboren in de Lage Mors in Leiden, als een na oudste in een gezin van vijf kinderen. Zijn vader was architect, en heeft heel wat gebouwen in de regio op zijn naam staan. Al jong werd Douwe lid van de Oegstgeester Voetbalvereniging ASC omdat zijn vader er voorzitter was. “Daar heb ik een heerlijke tijd gehad, en jaren als spits en linksbuiten in het eerste gespeeld.” Net niet tegen het Nederlands elftal, toen was hij al weg. “Maar ik heb nog een foto van mijn moeder met Rinus Michels”, vertelt hij lachend.

Van school gestuurd

Waar hij al voetballend zijn ouders trots maakte, was hij op de middelbare school minder productief. Smakelijk en met een grote glimlach vertelt hij over de verschillende scholen die hij bezocht. “Ik herinner me nog hoe ik in mijn halve jaar op het Rembrandt Lyceum samen met een vriend bommetjes maakte met chemicaliën. Er kwamen klachten uit de buurt, en ik mocht niet meer terugkomen.” Uiteindelijk haalde hij zijn diploma aan de Thorbecke MULO, waar hij onder andere veel schoolfeesten organiseerde als voorzitter van de leerlingenraad en ging hij naar Oegstgeest om daar in het gebouw van de Pedagogische Academie (PA) verder te gaan met de havo. “Dat was toen speciaal gedaan om studenten een opstap naar de PA te bieden.”

Ook in die jaren ging Douwe Splinter zijn eigen weg. “Ik deed gewoon wat ik wilde. Zo ging ik soms op zaterdagmorgen, toen was er nog les op die dag, met de grote Amerikaanse auto van mijn vader naar school, en parkeerde ik op de docentenparkeerplek. Met mijn lange haar en John Lennonbril maakte ik het heel wat docenten moeilijk, en verzon van alles om maar niet naar school te hoeven.” Het bewijs hiervan hing in zijn directeurskamer: Een brief van de schoolleiding dat hij nog één laatste kans kreeg, en dat het anders over was op de havo. “Toen viel het kwartje en ben ik gaan werken. Onder andere omdat ik heel graag leerkracht wilde worden.”

Voorhoede

Ondanks dat hij zijn wilde haren kwijt was, was hij ook op de PA altijd in de voorhoede te vinden als er iets georganiseerd moest worden. Die tomeloze energie nam hij ook mee in zijn baan als onderwijzer in Abbenes, waar hij maar liefst 25 jaar lesgaf. “Samen met de directeur organiseerde ik daar vis- en roeiwedstrijden, maar ook toneelavonden en playbackshows. We vonden altijd wel weer iets moois om te ondernemen.”

‘Alles om te voorkomen dat ze thuis op de bank belanden en daar niet meer af komen’

Na 25 jaar was hij toe aan een nieuwe uitdaging, en stuurde hij in 2001 een open sollicitatie (van drie regels - geheel op zijn eigen manier) naar de Leo Kannerschool in Oegstgeest. “Een goede bekende die op het Curium werkte had mij gezegd dat zo’n school voor speciaal onderwijs, met kinderen met een vorm van autisme, wellicht goed bij mij paste.” Er was in die jaren geen vacature, maar toch werd hij door de toenmalig directeur Peter Hooft aangenomen. “Als taakleerkracht, naast de klassendocent. Sjonge wat verveelde ik mij in de eerste maanden. Ik zat aan een tafeltje te wachten tot er leerlingen waren met vragen. Gelukkig kreeg ik toen in januari mijn eigen klas.”

Al snel daarna ging de enthousiaste docent lesgeven op de afdeling voor voortgezet onderwijs binnen de school. “Met alle respect voor iedereen die zich in die jaren inzette, was het onderwijs toen vooral gericht op ‘bezighouden’ van de jongeren met autisme, en stroomden ze aan het eind van de middelbare school uit richting Wajong-uitkering of beschermde arbeid of dagbesteding.” Samen met Rick van het Maalpad (nu directeur van het Leo Kannercollege) wilde Douwe Splinter daar verandering in brengen, en begon met het opzetten van naar buiten gerichte activiteiten als catering en een autowasserette. Daarnaast was men al begonnen met de mogelijkheid om voor een paar vakken daadwerkelijk vmbo-eindexamen te doen. “Doordat ik andere scholen in de regio bezocht, zag ik dat het mogelijk was voor onze leerlingen om ook echt een diploma te halen. Toen ik de ouders op een ouderavond uitlegde dat onze Kannerschool geen diploma’s gaf, en andere scholen in de regio dat wel deden, dreigden veel leerlingen van school te veranderen. Onze school was toen zelf ook bezig om hierin stappen te gaan maken.”

Resultaat hiervan was dat de afdeling Voortgezet Speciaal Onderwijs aan de Endegeesterstraatweg zo groeide, dat er een nieuw onderkomen gezocht moest worden. Er was al jaren sprake van een wachtlijst voor de Kannerschool, maar in 2006 werd deze situatie onhoudbaar, ondanks dat er in 2003 al noodlokalen waren geplaatst op het schoolplein.

Groei

De acties om meer ruimte te krijgen haalden zelfs de landelijke pers. “In de voorjaarsvakantie van 2008 konden we, met zo’n tachtig leerlingen, eindelijk verhuizen naar een deel van de pabo aan de Hazenboslaan. Eén gang was het, met zes lokalen. Kun je nagaan. Tot 2010 deelden we het gebouw nog. Nu hebben we 300 leerlingen en gebruiken we het hele gebouw én het bijgebouw. In die tijd hebben we zelf nog staan tegelen in de toiletten en hebben we de lokalen zo goed mogelijk proberen in te richten voor onze doelgroep.”

De school kreeg naamsbekendheid en bleef enorm groeien. “In de loop der jaren kwamen er steeds meer leerlingen en lokalen bij, waardoor de focus vooral op praktische zaken lag. Dat kwam de onderwijskwaliteit niet ten goede.” Toen Douwe Splinter in 2010 als directeur het stokje van Guus de Wolf overnam, ging hij hiermee vol aan de slag. Het lukte hem om samen met zijn team het kwaliteitsniveau in een paar jaar behoorlijk omhoog te tillen, waardoor het team zelfs complimenten van de inspectie kreeg. “We bezoeken heel veel scholen, maar hebben niet eerder een school gezien die zo’n snelle goede ontwikkeling heeft doorgemaakt.”, werd er gezegd.

Ook een bezoek van de koning met de staatssecretaris was een groot compliment voor de school. “We konden laten zien welke mooie projecten voor passend onderwijs waren opgezet.”

Zelfstandig

Douwe Splinter bleef gedreven om zijn leerlingen zoveel mogelijk met de buitenwereld in aanraking te brengen, en op te leiden voor een plek in de maatschappij. Zo begon hij een inpandig restaurant, wat uitgroeide tot uithuizig project in samenwerking met SIjthoff aan de Doezastraat.

‘Maar dat kunnen kinderen met autisme niet’, wilde Douwe niet horen. “Er gingen tweedejaars leerlingen van ons elke woensdag lessen volgen in het grote gebouw van het Da Vinci College in Leiden. Daar wisten ze feilloos hun eigen klas te vinden in de drukte. Daar ben ik zo trots op!”

In hun weg naar zelfredzaamheid heeft Douwe Splinter met zijn team zich ook beijverd voor het zelfstandig naar school reizen in de leerjaren 3 en 4. “Het is zo mooi om te zien dat leerlingen die eerst in een busje naar school kwamen, nu zelf hun weg vinden. Dat kunnen ze wél, als we samen met ouders het vertrouwen hebben om hen los te laten.”

Een grote succesvolle actie in 2015 met conferentie om meer stageplekken te creëren binnen bedrijven in de regio, leidde zelfs tot een bezoek aan Den Haag en een gesprek met Diederik Samsom. “Ik ben zo dankbaar dat de kansen voor onze leerlingen door de jaren heen zoveel groter zijn geworden om een stageplek en een baan te vinden, maar ook om door te stromen naar het reguliere mbo.”

Hart

Uit alles blijkt Douwes grote hart voor kinderen met autisme. Bij de intake wil hij de leerlingen het liefst zelf even spreken, en als ze na jaren van onderwijs de school verlaten hebben, blijft hij terugkomgarantie geven. “Alles om te voorkomen dat ze thuis op de bank belanden en daar niet meer af komen.”

Gebouw

Al in 2015 was duidelijk dat het gebouw aan de Hazenboslaan al over zijn houdbaarheidsdatum heen was. “Het is, naast dat het oud en versleten is, om meerdere redenen niet geschikt voor onze doelgroep. In onze dependance, de oude Oudenhof Bokkesprongschool, is het nog veel erger. Daar is het koud en vochtig, en hangt er een ongezonde lucht. We zijn al jaren in gesprek met de gemeente over een nieuw gebouw, en hebben al veel plannen voorbij zien komen. Veel locaties hebben we bezocht, en veel schetsen gemaakt. Van het terrein hier, maar ook van de Julianaschool, waar de gemeente ooit misgreep. Wellicht dat de Kannerschool daar over een paar jaar toch echt heen kan, maar helaas is er nu nog steeds geen definitief zicht op een nieuw gebouw.”

Toch is Douwe Splinter tot en met de laatste dag met heel veel plezier naar zijn werk gegaan. “Je moet altijd positief zijn, kansen zien, en verder kijken.”

Hij is dan ook blij dat hij in Anika Remerij een even ‘onverschrokken’ opvolger heeft met dezelfde energie die hij van zichzelf kent. “Ze weet wat ze wil en zal daar ook voor gaan. Daar ben ik erg blij mee!”

Stilzitten zal Douwe de komende jaren zeker niet. In zijn oude boerderij in Gouderak is altijd genoeg te klussen en anders heeft één van zijn vijf kinderen altijd wel een handje nodig. “Ik mag dan wel pensioen gaan, maar ik ga zeker nog andere dingen aanpakken. Misschien kan ik nog wel een tijdje ergens voor de klas gaan staan of voor een paar dagen als interim-directeur een school helpen.”

In 2015 leidde een succesvolle actie voor meer werkervaringsplekken tot een ontmoeting met Diederik Samsom.
Afbeelding

Uit de krant