Afbeelding

Een kerstpreek uit het jaar nul

Algemeen Teylingen

Column • Even voor de duidelijkheid: er is dus nooit een jaar nul geweest. Ooit heeft men bedacht de geboorte van Jezus als een punt nul te zetten in de tijdrekening. Het jaar voorafgaand aan die geboorte noemde men: het eerste jaar vóór Christus, het jaar vanaf zijn geboorte: het eerste jaar nà Christus. Nog even afgezien van de vele vragen die je historisch en theologisch bij dat feit kunt stellen. Maar het jaar nul is wel spreekwoordelijk waar geworden. Het staat voor alles wat hopeloos achterhaald is. Je kunt gordijnen/een kapsel/een jurk uit het jaar nul hebben. En geloof me, dat is geen aanbeveling. Ook een predikantentoga is wel eens klederdracht uit het jaar nul genoemd. Dat klopt ook, want dat ding heeft wortels in een ver Romeins verleden. Maar ook in dit geval geldt het niet als compliment. Nog even en het ambt van predikant komt terecht in het rijtje postbode, duivenmelker, bankbediende en molenaar. Er is hooguit nog emplooi voor op de markt van oude ambachten, een braderie of het Openluchtmuseum. Ik heb al een aanvraag lopen bij Unesco: de predikant als immaterieel erfgoed dat verloren dreigt te gaan. Is dat erg? Welnee. De apostel Paulus kon in zijn dagen ook niet leven van zijn ambt. Hij verdiende bij tijd en wijle de kost als tentenmaker. De dominee moet maar een vak gaan leren. Wat wel erg is, is dat Kerst punt nul meer en meer verloren gaat. De fondantkorst van de commercie heeft ruimschoots gewonnen. Hebben wint het van zijn, solidariteit en barmhartigheid lijken in hun ic-bedje te wachten tot het coronavirus het laatste duwtje richting afgrond geeft. Tegen die achtergrond blijkt eens te meer hoe noodzakelijk de boodschap van kerst is. U gelooft misschien niet meer in een God die mens werd. Ook dat is geen ramp. Maar blijf alstublieft wel geloven dat ook wij mensen mèns kunnen worden. Hou vol. Heb lief.

egbertvanderweide

Uit de krant