Afbeelding
Foto: C. de Mooij

College wil OZB terugbetalen aan ondernemers na uitspraak Gerechtshof

Politiek Teylingen

Teylingen • Het college van burgemeester en wethouders wil de extra opslag van de Onroerend Zaak Belasting (OZB) uit 2017 voor niet-woningen, bestemd voor het Ondernemersfonds Teylingen, terugbetalen aan de Teylingse ondernemers. Daarnaast wil het college de griffiekosten voor gerechtelijke procedures van ondernemers, die in 2017 in beroep gingen en de inleg van ondernemers voor juridische kosten vergoeden. Het college wil hiermee het verleden afsluiten en de werkbare verhoudingen tussen ondernemers en het vertrouwen in de overheid herstellen. De gemeenteraad zal het voorstel op 11 maart bespreken. 

De stichting Ondernemersfonds Teylingen (OFT) werd in 2015 opgericht met als doel de samenwerking tussen ondernemers binnen de gemeente te bevorderen. Gezamenlijke profilering, promotie van bedrijven en de behartiging van de (economische) belangen van het bedrijfsleven waren speerpunten. Het fonds werd als pilot voor twee jaar gevuld met een extra heffing op de Onroerend Zaak Belasting (OZB). 

Gezamenlijk bezwaar

Ruim 300 van de toen 1700 bedrijven maakten echter gezamenlijk bezwaar tegen de heffing, maar vooral tegen de uitzonderingsclausule waarin agrarische bedrijven, zorginstellingen en ook de gemeente de extra heffing konden terugvragen. Het OFT financierde wel een aantal projecten zoals de ondersteuning van sportcafés, feestverlichting in Voorhout, promotie van Warmond, activiteiten in Sassenheim en hangende plantenbakken in de dorpskernen.

De gemeenteraad heeft eind 2017 na een evaluatie besloten de pilot niet te verlengen en dus geen extra opslag meer te heffen en het OFT niet verder te financieren. De zelfstandige stichting kon daarna nog op basis van de eerder verkregen financiering doorgaan met het financieren van projecten. De stichting heeft in 2019 kenbaar gemaakt te zullen stoppen en de resterende 270.000 euro werd in 2020 teruggestort naar de gemeente. 

Niet verder procederen

In het voorjaar van 2020 deed het Gerechtshof Den Haag uitspraak in het hoger beroep van een bezwaarmaker en moest de gemeente de extra geheven belasting en de proceskosten betalen. Hierna besloot de gemeenteraad niet verder te procederen, maar samen met de ondernemers een oplossing te zoeken. En die oplossing is gevonden, samen met de ondernemersgroepen VOT en BPT. 

Wethouder Marlies Volten (financiën) vindt het de hoogste tijd om de tweespalt te stoppen. “We moeten vooruit en ondernemers hebben het in deze tijd al moeilijk genoeg. Ik heb de gemeenteraad dan ook een ruimhartige oplossing voorgelegd.” De regeling wordt grotendeels gedekt met het restant van 270.000 euro uit het OFT. De gemeente legt -zo is het voorstel- bijna 85.000 euro uit de algemene reserve bij.

Overeenstemming

Met de ondernemersgroepen VOT en BPT is overeenstemming bereikt over de terugbetaling. Nog geen overeenstemming is bereikt over de betaling van juridische kosten van de ondernemersgroep VOT, die een advocatenkantoor heeft ingehuurd. De aanbieding van wethouder Volten om tot een minnelijke schikking te komen en de kosten die in 2017 voor het voeren van procedures zijn gemaakt te vergoeden, is afgewezen. Het geschil zit vast op het ontbreken van een juridische onderbouwing van de veronderstelde juridische kosten. “Dat vind ik jammer, want we gaan met de nu voorgestelde regeling al veel verder dan wat de rechter heeft bepaald. Ik heb echter de hoop dat we ook hier nog samen uit kunnen komen.”

De compensatie voor de ondernemers zal na een positief besluit van de gemeenteraad zo spoedig mogelijk worden uitgekeerd. “Ik realiseer mij dat het water bij veel ondernemers aan de lippen staat als gevolg van de COVID-19 maatregelen.” 

Uit de krant