Afbeelding

‘Iets lekkers. Wat zit daarachter?’

Algemeen Teylingen

Column • Je hoeft geen Einstein te zijn om te weten dat alles relatief is. De meeste mensen bedoelen, wanneer ze zeggen ‘het is lekker weer’, dat het wat hen betreft lekker weer is. Een ander mag vinden van niet: het is maar waar je van houdt en wat je wilt doen. Er zijn ook mensen die wat zij vinden absoluut stellen: zij vinden het, dus is het zo! Iemand schrijft op Facebook dat de nieuwe trainer van het Nederlands elftal een kwal is. Ik vraag me af of de vrouw van Louis dat ook vindt. Vast niet. Alles is relatief. Daar kwam ik op omdat mijn vrouw, toen zij enkele noodzakelijke levensbehoeften aanschafte bij de plaatselijke grootgrutter, in het winkelwagentje dat zij hiervoor gebruikte, een boodschappenbriefje vond van een vorige gebruiker. Zulks biedt een onverwacht inkijkje in de ziel van wie daar vóór ons waren. Een onhelder inkijkje, in dit geval. Of een getroebleerde ziel, dat kan ook. Iemand was er op uit gestuurd (of op eigen gezag) naar de winkel te gaan om champignons, paprika, aardappels, olijfolie te halen – en ‘iets lekkers’. Zo stond het onderaan het lijstje. Iets lekkers. Wat zit daarachter? Vindt de schrijver champignons en zo niet lekker? Of de boodschappendoener zelf? Of was dat één en dezelfde? Lekker en gezond lijken om een of andere reden sowieso niet goed samen te gaan – ze hebben snoeptomaatjes uitgevonden om kinderen aan de tomaten te krijgen. Ik heb als kind tomaten leren eten doordat mijn moeder er suiker op deed… Maar wat is nou ‘iets lekkers’? Ik zou het wel weten. Ik ben evolutionair gezien het overgangsstadium tussen zoetekauw en koekiemonster. Bij iets lekkers denk ik aan een koekje. Of laat dat -je maar weg. Een ander vindt iets pas lekkers als je het kunt frituren. Weer een ander verstaat onder iets lekkers een vloeistof met een zeker percentage alcohol. Maar waar doelde dit lekkers op? Waar houdt de schrijver van, wat vind hij nou zo lekker? Of was het een zij? En beseft de schrijver wel in welke tergende onzekerheid hij ons achterlaat? Of was die onzekerheid soms opzet? We zullen het nooit weten. Dat vind ik niet – dat is zo…

egbertvanderweide

Uit de krant