Afbeelding

Heilig

Algemeen Teylingen

column • Mijn moeder maakte de Titus Brandsmaschool schoon: de lagere school van de bescheiden Rooms-katholieke gemeenschap in het door en door protestantse Hoogeveen. Als kind ging ik wel eens mee: we mochten van het hoofd wat knutselen of iets lezen in de boekenhoek. Ik heb daaraan een vreemd verlangen naar lysollucht overgehouden: ik moet dan aan mijn moeder denken, aan haar werkende handen. Ik was nieuwsgierig genoeg om te willen weten wie dat was, deze Titus Brandsma: een dappere kloosterling, een moedige hoogleraar. De school was naar hem vernoemd, omdat hij banden had met het klooster van de Karmelieten in mijn geboorteplaats. Zijn principes kostten hem zijn leven – of beter gezegd, hij werd vermoord door het systeem waartegen hij zich uit principe verzette. Hij waarschuwde al vroeg voor de gevaren van het nazisme, en bleef dat doen onder de Duitse bezetting. Hij werd gearresteerd en kwam via Kamp Amersfoort uiteindelijk in Dachau terecht. Daar leefde hij zijn laatste maanden in een geur van heiligheid voor de mensen om hem heen: zachtmoedig en barmhartig. Niet heldhaftig maar wel vastberaden. Hij was al zalig verklaard, en op 15 mei volgt zijn heiligverklaring. Daarvoor vereisten de Roomse regels dat er ergens een postuum wonder van zijn hand werd geregistreerd. Daar kan ik niet zoveel mee: zulk individueel hemels ingrijpen roept bij mijn meer vragen dan antwoorden op. Waarom treft zo’n wonder alleen die ene persoon? Waarom niet ook die duizenden anderen die net zo goed of wie weet meer nog op een wonder wachten? Maar die bezwaren schuif ik even terzijde. Want de heiligverklaring van deze kleine, dappere man, vind ik een hoopvol teken in deze bange tijden. Hij krijgt de eer die hem toekomt: hij was bij leven al heilig en dat wordt door de paus onderstreept. Zulke heiligen kan de wereld niet genoeg hebben. Mensen die hun stem verheffen, al klopt het hart hun in de keel. Mensen die barmhartigheid bewijzen, in een wereld die dat ronduit verbiedt. Mensen die tegen de bruutheid van het systeem hun zachte kracht teweer stellen. Ze worden bespot en geplaagd, het zijn in de ogen van de harde wereld halfzachte Gutmenschen – ook Titus was het mikpunt van zijn bewakers. Hun namen zijn vergeten De zijne niet. Ter gedachtenis. En ter navolging...

egbertvanderweide

Uit de krant