Afbeelding

‘19 kilometer over 100 bruggen. Ik doe het hem niet na’

Algemeen Teylingen

column • Afgelopen zondag volbracht ons oudste kind de Leidse bruggenloop. Hij legde 19,02 kilometer af, nam en passant 100 bruggen inclusief helling en deed daar 1 uur en 50 minuten over. Ik doe hem dat niet na. Een heleboel anderen ook niet. Soms is één brug al te veel gevraagd. Terwijl een brug toch zo handig is. Zij verbindt twee van elkaar verwijderde oevers of hellingen en laat wie daardoor gescheiden leefden opeens buren worden. Je kunt ook zwemmend de overkant bereiken, of je daalt van jouw berghelling af naar beneden en door het dal weer omhoog. Maar een brug voorkomt al die moeite. Ze vraagt niets anders dan alleen de oversteek te wagen. En daar zit ‘m nou net de moeilijkheid. 

We lijken allemaal kleine eilandjes in een brede stroom. We blijven het liefst aan onze eigen kant van het water. Op ons eigen walletje zijn we de beste stuurman of -vrouw die er is. Hooguit staan we aan de wal met gelijkgezinden hetzelfde te roepen. Met zoveel water om ons heen en evenveel stormen die van links en rechts opsteken voelen we ons aan onze kant van het gelijk het veiligst. Met wat we genadeloos zeggen en vinden van anderen hebben we zonder het zelf te weten zo’n beetje alle bruggen achter ons verbrand. En het is alsof we onszelf verboden hebben rechtsomkeert te maken. Alsof dat een teken van slapte is. We roepen: dit is niet mijn land, dit is niet mijn probleem, andermans leed is niet mijn zorg! En dan bedoelen we: we gaan elke verantwoordelijkheid voor verbetering uit de weg, de ander moet het maar doen. Maar die ander vertrouwen we niet: de overheid, de media, de wetenschap, of überhaupt de andere mens. Terwijl het zo simpel is. Wanneer we elkaar niet helpen om drijvend te blijven, gaan we allemaal kopje onder. 

Ben ik een doemdenker? Nee hoor: er zijn nog genoeg bruggen over. Ze hebben, net als de Leidse bruggen, allemaal een naam. Barmhartigheid, vriendelijkheid, geduld, vrolijkheid, zelfspot. Of bedenk zelf maar welke brug u over moet om iets dichter bij de ander te komen. En wie erover gaat lijdt geen gezichtsverlies, integendeel: die krijgt pas smoel. Een bekende dichter schreef deze haiku: zoveel dat ons scheidt – er is altijd wel een brug. Waag de oversteek.

egbertvanderweide

Uit de krant