Tiara Putman (l)
Tiara Putman (l) Foto: pr.

Tiara Putman: 'Het is nog steeds onwerkelijk'

Sport

Sassenheim • Bijna het hele seizoen moest Tiara Putman vanaf de zijkant toekijken vanwege een zware knieblessure. Net op tijd was de Sassenheimse fit en stond ze in de finale om het landskampioenschap. 'We zijn gewoon kampioen van Nederland, de beste van allemaal.'

De Sassenheimse kan het een dag later nog steeds niet geloven. "Het landt nog niet helemaal," zegt ze lachend. Hoe ze zich voelt the day after? "Een beetje brakjes. Het was groot feest toen we gisteren terugkwamen op de club. Dat is nog wel een tijdje doorgegaan. Ik lag om half twee in mijn bed. Dat klinkt vroeg, maar we waren natuurlijk al vanaf drie uur 's middags feest aan het vieren."

Kruisband

Dat Putman zo zou kunnen meefeesten, had ze voorafgaand aan het seizoen niet kunnen denken. In augustus onderging ze nog een knie-operatie, nadat bleek dat haar voorste kruisband en meniscus kapot waren. Ook had ze slijtage in diezelfde knie. Bijna alle wedstrijden zat ze aan de kant, maar toen de apotheose in zicht kwam, begon het wel te kriebelen. "Het begin van het seizoen kun je toch niets en is het oké om toe te kijken. Maar al snel wil je toch weer meedoen. Mijn fysiotherapeut heeft zelf gerugbyd en samen hebben we gezorgd dat ik een maand eerder al op het veld stond. Dat was toevallig tegen Delft, later dus ook de tegenstander in de finale. Ik zou een paar minuten meedoen, maar dat werd de hele wedstrijd. Ook de laatste wedstrijd tegen Amsterdam ging goed en toen hebben we besloten om ook voor de finale te gaan."

Dankbaar

Putman is een kind van de club. "Ik liep er al rond toen ik drie was en ben nooit meer weggegaan. Ik kom uit een echte rugbyfamilie: mijn moeder was trainster, mijn zussen en broer speelden er ook." Bijna de hele familie was bij de finale aanwezig. Alleen haar zus moest werken. "Maar zij heeft de livebeelden gekeken en was wel bij de huldiging." Direct na het fluitsignaal stond de familie op het veld. "Mijn moeder gaf me een dikke knuffel. Iedereen was zo trots. Zelf ben ik dankbaar dat ik -ondanks mijn blessure- toch nog iets heb kunnen bijdragen. Het was een onwerkelijk gevoel. Je staat daar als kampioen van Nederland. We zijn gewoon de beste van allemaal. Dat kun je niet bevatten."

Uit de krant