Afbeelding
Foto: Esther Luijk

'We hebben elkaar nodig als we in balans willen leven'

Araa Al Jaramani werd de laatste dagen al veel geïnterviewd vanwege haar bijzondere initiatief. Naast haar drukke baan heeft ze toch nog tijd om te vertellen over Stichting Syrische Vrouwen in Nederland.

Ik spreek met Araa Al Jaramani over Nederland, Syrië, haar cultuur, mijn cultuur en de verschillen en overeenkomsten.

Door Esther Luijk

Door de stromende regen komen we allebei aanfietsen, en door het regenpak duurt het even voordat ze door heeft dat ik degene ben die haar komt interviewen. Maar zodra ze me herkent, komt de typisch Syrische gastvrijheid in Al Jaramani naar boven. Ze biedt me een stoel en koffie aan. "O, er is geen koffie hier. Wacht, ik bel mijn dochter." Voordat ik haar kan zeggen dat ik eigenlijk niet eens zo van koffie houd, en dat water ook prima is, heeft ze haar dochter al opdracht gegeven om door het noodweer koffie te komen brengen. Ik word direct met mijn neus op de verschillen tussen onze culturen gedrukt. Al Jaramani lacht als ik haar op het gegeven wijs dat Nederlanders waarschijnlijk niet zoveel moeite zouden doen voor koffie. "Ja, het was zeker wennen, toen ik hier in Nederland kwam. Ik wil niet zeggen dat Nederlanders ongastvrij zijn, helemaal niet. Jullie zijn erg hartelijk en hebben een groot hart, maar onze culturen verschillen enorm."

De verschillen zijn direct ook de aanleiding van dit interview. Al Jaramani bedacht zich zo'n zeven maanden geleden dat nieuwe Syrische vluchtelingenvrouwen geholpen moesten worden bij de integratie in Nederland. Ze wilde ze meer kennis bijbrengen over de verschillen en overeenkomsten tussen hun eigen en de Nederlandse cultuur. Ze vond steun bij de gemeente en bij Welzijn Teylingen. Op zondag 10 juli wordt Stichting Syrische Vrouwen in Nederland (SVNL) officieel geopend in SassemBourg.

Smokkelaar

Al Jaramani richtte de stichting op op basis van haar eigen ervaringen. Zelf kwam zij in augustus 2013 in haar eentje naar Nederland. "In Syrië was ik een soort documentairemaakster. Ik maakte onder andere een serie over de corruptie op een universiteit. Daar was de regering niet blij mee en mijn familie en ik werden bedreigd. Ik wilde via Turkije naar een vriend in Zweden vluchten. Ik verkocht mijn sieraden en auto en betaalde een smokkelaar een hoop geld, die mij in een vrachtwagen naar Zweden zou brengen. Maar toen we in Nederland waren, zei hij ineens: 'Ik heb geen zin meer om verder te rijden, hier moet je eruit', en hij gooide me eruit en reed weg. Ik ben dus eigenlijk bij toeval in Nederland terecht gekomen. Een man op straat heeft me naar de politie gebracht, waarna ik naar het asielzoekerscentrum in Ter Apel werd gebracht. Uiteindelijk kreeg ik een verblijfsvergunning en na een paar maanden mocht ook mijn familie overkomen uit Syrië. Via het COA kregen we uiteindelijk een huis in Sassenheim. Daar zetten we ons leven voort."

'Jullie zijn erg hartelijk en hebben een groot hart'

Nederlandse cultuur

Al Jaramani ging het traject in dat alle statushouders doorlopen, maar kwam erachter dat ze iets miste. "We leerden de taal en ik ging inburgeringscursussen doen, waar ik leerde over klompen, grachten en molens. Natuurlijk is dat onderdeel van de Nederlandse cultuur, maar het zijn niet de dingen waar je als vluchteling behoefte aan hebt. Ik wilde leren over de politie, over de winkels, over de politiek, maar vooral over het gedrag van Nederlanders. Daarom ben ik bijeenkomsten gaan organiseren, iedere zondag, waarin we elke week een ander thema bespreken. Ik heb bij de oprichting hulp gekregen van een Nederlandse vriendin van mij, Maartje Kersten. Toen ik haar vroeg of zij misschien mensen kende die ons iets zouden kunnen leren over de Nederlandse cultuur, had ze de volgende dag al zestien vrouwen bij elkaar. Iedere week komen er een paar van deze groep vrouwen om ons over een ander thema iets te leren. De volgende bijeenkomst komt er iemand praten over spreekwoorden en gezegden."

Leren van elkaar

Het is niet alleen goed voor de Syrische vrouwen dat de stichting er is, volgens Al Jaramani. "De stichting is er in het belang van iedereen. We leven nu eenmaal in een gemixte samenleving en als we in balans willen leven en wonen, is het goed dat we elkaar begrijpen. We willen ons niet isoleren. Iedereen bedoelt het allemaal goed, maar als de communicatie niet klopt, botsen we door onze verschillende culturen."

Als ik vraag of ze een voorbeeld kan noemen waarbij het botste in het verleden, weet ze er zo een op te noemen. "Het is bij ons in de cultuur bijvoorbeeld de gewoonte om altijd op een uitnodiging in te gaan, ook al heb je al andere plannen. Als de buurvrouw belt en vraagt of ze koffie zal komen drinken, mag je volgens de Syrische gewoontes geen nee zeggen, al heb je het nog zo druk. Dat is onbeleefd. Maar hier zijn de mensen directer en krijg je wel 'nee' te horen. Het is goed dat we leren hoe het in elkaars cultuur werkt."

Sterk en zelfstandig

Syrische mannen worden overigens niet toegelaten tot de bijeenkomsten. Al Jaramani: "Syrische vrouwen komen veelal uit conservatieve gezinnen, waarbij ze niet veel rechten hebben. Ik wil ze sterk en zelfstandig maken en zorgen dat ze in zichzelf gaan geloven en durven dromen. Bij deze bijeenkomsten kunnen ze vrijuit lachen, praten en vooral dingen vragen, ook persoonlijke dingen."

Al Jaramani wil de vrouwen voorbereiden op een leven in Nederland, maar dat wil niet zeggen dat ze hen hun herkomst wil doen vergeten. "Ik wil ze leren een balans te vinden tussen hun geboorteland en Nederland. Een toekomstplan van mij is bijvoorbeeld ook om kinderen Arabische les te geven. De kinderen groeien hier in Nederland op, leren de Nederlandse taal foutloos en spreken bijna geen Arabisch. Ik wil ze de taal gaan leren. Op sommige Nederlanders komt dat over alsof we ons niet aan willen passen, maar het betekent voor ons dat onze kinderen met hun grootouders kunnen praten die in Syrië zijn achtergebleven, dat ze zich thuis kunnen gaan voelen als ze over een aantal jaar ineens teruggestuurd worden naar Syrië. Het gaat allemaal om balans, en ik hoop dat de stichting een zetje is in de goede richting."

'Ik leerde over klompen en molens, maar niets over het gedrag van Nederlanders, en dat is wel nodig'