Afbeelding
Foto: René van Dam

Andrea Bouma: Nederlands kampioene met een Olympische droom

Hoe combineer je zeven keer per week trainen in Lisse en Papendal met een eindexamen vwo in Noordwijkerhout? De achttienjarige sprintster Andrea Bouma uit Sassenheim heeft het druk, maar geniet ook van elk moment.

"Mag ik niet lachen?" Vol ongeloof kijkt Andrea naar fotograaf René van Dam. Voor de campagne Teylinger Sporthelden is een stoere, onverslaanbare uitstraling bedacht en dus zonder lach. "Dat wordt nog moeilijk voor Andrea," zegt haar moeder Sandra. "Ze lacht namelijk altijd!"

Ben je ook altijd vrolijk op de atletiekbaan?

"Ja, eigenlijk wel. Ik vind het heerlijk om te sporten en ga vaak met veel plezier. Mensen kennen mij ook niet anders dan dat ik lach. Misschien alleen niet als de training heel zwaar is. Gelukkig slepen mijn trainingsmaatjes me er dan doorheen, haha. Op de foto's van deze campagne kreeg ik best wat reacties. 'Wat kijk je serieus', zeiden ze. Maar veel mensen vinden het vooral hele gave foto's!"

En hoe ben je voor een wedstrijd?

'Samen met Dafne Schippers liep ik de baan op'

"Ook dan ben ik wel ontspannen, denk ik. Je zit voor een wedstrijd altijd met alle sprintsters in een ruimte. Iedereen gaat daar anders om met de wedstrijdspanning. De een sluit zich af, de ander maakt een praatje. Ik zit in die laatste groep; vaak probeer ik nog even een gesprekje aan te gaan. Dat is voor mij ontspanning. Soms krijg ik wel een venijnige blik terug. Dan weet ik even genoeg. Wel ongezellig, maar dat moeten ze zelf weten. Ik maak me er niet druk om."

Wanneer stond je voor het eerst op de atletiekbaan?

"Ik heb allerlei sporten gedaan, van wedstrijdzwemmen tot turnen. Toen ik negen jaar was, ging ik met een vriendinnetje mee naar de Spartaan. Daarna ben ik nooit meer weggegaan. In het begin doe je vooral spelletjes om de basisbeginselen te leren. Daarna worden de trainingen steeds serieuzer. Lange tijd deed ik aan meerkamp, maar daar werd voor mij duidelijk dat ik sprint het allerleukste vind. Toen ben ik daar meer in gaan trainen."

Wanneer wist je: ik heb talent?

"Eigenlijk wist ik dat heel lang niet. Pas sinds twee jaar is het voor mij serieus geworden. Ik ben letterlijk en figuurlijk enorm gegroeid en dat heeft me geholpen. Eind 2015 kwam ik in de regionale selectie terecht. Door meer te trainen en dankzij de tips van de trainers, werd ik steeds sneller. Voor ik het wist, werd ik vorig jaar Nederlands kampioen. In het begin kon ik dat nauwelijks geloven. Natuurlijk wist ik wel dat ik hard liep, toen ik over de finish kwam, maar pas op het podium drong het echt tot me door."

Hoe combineer je topsport met eindexamen doen?

"Ik doe dit jaar eindexamen vwo en dat is best pittig. Mijn ouders hebben in overleg met mijn trainers gezegd dat school voor gaat. Dat kan ik wel begrijpen. Het is voor mij sowieso best inspannend om alles te combineren. Ik fiets iedere dag heen en weer naar het Teylingen College Leeuwenhorst in Noordwijkerhout. Als ik dan thuis ben, dan maak ik huiswerk en ga vervolgens weer naar Lisse voor de training. Het komt neer op zo'n 20 kilometer fietsen per dag.

Bij de Spartaan train ik vijf keer in de week, met op woensdag ook nog een individuele training. Op zaterdag train ik op Papendal in de nationale jeugdselectie. Dat zijn ook twee trainingen. Tot voor kort reed mijn moeder me dan en kon ik achterin de auto huiswerk maken of andere dingen doen. Sinds kort heb ik mijn rijbewijs. Dat is wel fijn, want dan kan ik ook soms met de auto naar de Spartaan. Daarnaast gaan we met zowel de wedstrijdgroep uit Lisse als de nationale selectie ook op trainingsstages in het buitenland. In het voorjaar ben ik bijvoorbeeld twee keer naar Portugal geweest. Soms is dat net buiten een vakantie. Gelukkig denkt de schoolleiding met me mee en lukt het tot nu toe om alles te combineren."

Ziet jouw leven er anders uit dan die van leeftijdsgenoten?

"Natuurlijk ben ik vaak aan het trainen, maar gelukkig snappen mijn vrienden van school dat. Als het lukt, dan spreek ik met hen af om leuke dingen te doen. Ook heb ik vrienden binnen de atletiek. Hen zie ik dus ook regelmatig.

Uitgaan komt niet heel veel voor, maar dat vind ik niet zo erg. Als je weet waarvoor je iets doet of laat, dan is dat het waard. Verder is mijn leven niet heel veel anders. Ik sport veel en let een beetje op mijn voeding, maar niet overdreven hoor. Het enige dat ik echt mis, is chocolade. Dat vind ik zo lekker. Dus stiekem neem ik af toe een stukje. Het heeft geen invloed op mijn snelheid, dus mijn trainer vindt het oké!"

Van wie krijg je veel steun?

"Het is heel fijn, dat alle mensen met wie ik omga, het snappen. Als vrienden vragen ik mee ga naar een feestje, dan krijg ik nooit scheve gezichten als ik afzeg. Ze zeggen ook: als ik in jouw schoenen zou staan, dan zou ik hetzelfde doen.

Zonder steun van familie en vrienden kun je nooit zover komen. Je kunt niet alles zelf regelen, al zou ik dat graag willen doen. De support van mijn ouders is supermotiverend. Ze gaan eigenlijk altijd mee en zijn belangrijk voor me. Na een gewonnen wedstrijd zie ik soms hun emoties. Dat ze trots zijn, is fantastisch om te zien."

Waarom heb je 'ja' gezegd op de vraag of je Teylinger Sportheld wil zijn?

"Ik voel me heel erg vereerd. Bovendien vind ik het zelf heel erg leuk om te sporten. Als ik anderen kan motiveren om ook te bewegen, dan doe ik dat graag. Sport maakt mij altijd blij en dat gun ik andere mensen ook!"

Word je wel eens vergeleken met Dafne Schippers?

"Ja, dat komt wel eens voor. Ik was twee jaar geleden sneller dan Dafne toen ze ook zestien jaar was. Ik heb haar nooit lang gesproken, maar zie haar wel eens op Papendal, waar ze ook traint. Ook heb ik een keer samen met haar in een ruimte gezeten voordat de wedstrijd begon. We deden allebei als tweede loper mee met een estafetteteam aan de Fanny Blankers Koen Games. Zij met het Nederlands team en ik met het junioren team. We werden apart gezet en er was ons verteld dat ze ons zouden komen halen. Dat gebeurde maar niet, dus op een gegeven moment zei Dafne 'Kom, loop maar achter mij aan'. Zij liep naar de baan en iedereen ging aan de kant. 'Zij hoort bij mij', zei ze en wees naar mij. Voor de race wenste ze me ook nog even succes. Dat vond ik wel heel bijzonder."

Wat doe je aankomend jaar?

"Ik wil graag meedoen bij de Nederland kampioenschappen en dan natuurlijk het liefst een podiumplek behalen. Ook hoop ik de limiet te lopen voor de 200 meter bij het Wereldkampioenschap junioren voor onder de 20 jaar. Dat toernooi is in augustus in Finland. En opnieuw op trainingsstage gaan, lijkt me ook leuk. Dat is alleen wel rond de centrale examens, dus dat wordt lastig. Dit jaar gaan die echt even voor."

En de Olympische Spelen?

"Na het behalen van mijn diploma, wil ik volgend schooljaar fulltime op Papendal trainen en in Arnhem gaan wonen. Dan combineer ik een studie met topsport. Trainers zeggen dat ik het in me heb om de Olympische spelen te halen. Dat zou echt heel gaaf zijn!"

Volg Andrea via #TeylingerSportheld op sociale media en op www.sportcafeteylingen.nl.