Dominee Moll in zijn vaste stoel: 'Hier zit ik in het licht, voel ik de warmte van het geloof'. | Foto: MV
Dominee Moll in zijn vaste stoel: 'Hier zit ik in het licht, voel ik de warmte van het geloof'. | Foto: MV Foto: pr.

De lachende dominee neemt afscheid

Sassenheim n Dominee Tim Moll neemt na 24 jaar afscheid als predikant van de Protestantse gemeente. Jaren waar hij met veel plezier op terugkijkt. Op zondag 1 juli gaat hij met emeritaat. Daar ziet hij als een berg tegenop.

Gesprekken met dominee Tim Moll gaan snel de diepte in. Over de betekenis van het geloof kan Moll uren praten. Hij denkt na, geeft voorbeelden en legt uit. Het liefst met een beetje humor, een van zijn kenmerken. Met een kwinkslag maakt hij vergelijkingen tussen het dagelijks leven en dat wat zich in de kerk afspeelt. Een dosis zelfspot is hem daarin zeker niet vreemd.

Hoe bent u 24 jaar geleden in Sassenheim terecht gekomen?

Moll: "Na mijn studie theologie werd ik kandidaat in de gereformeerde kerk in het Brabantse Fijnaart. Ze waren daar ontzettend behulpzaam en dat heeft me veel gebracht. Ze hebben mij de kans gegeven om predikant te worden. Ik was in het begin best onzeker, ging mezelf vergelijken met anderen en dacht dat ik overal niet goed genoeg in was. Daar was ik somber over. Toen zeiden ze: als we die mensen hadden gewild, hadden we hen wel beroepen. Maar we hebben voor jou gekozen. Dat hielp mij heel erg. Daarna ben ik naar IJselsstein gegaan, een gemeente met veel jonge gezinnen. Een tijd waar ik met plezier aan terug denk. Vervolgens werd contact gelegd vanuit Sassenheim. De voorganger kende mij nog uit onze gezamenlijke tijd in Brabant. Ik wist van Sassenheim niet veel, maar het contact was goed. Dat is altijd spannend. Vanuit een beroepscommissie zoeken ze een predikant waar ze geloviger van worden, maar je moet je als predikant ook bij die gemeente thuis voelen. Het kan van beide kanten verkeerd gaan. Dan is het als een slecht huwelijk. Dat is natuurlijk vervelend. Maar van mijn kant is dat niet het geval geweest, anders was ik niet zolang gebleven."

U vertelde wel dat u een aantal keer heeft overwogen om weg te gaan...

"Ik heb na vijf tot zes jaar weleens gedacht 'het is mooi geweest'. Ik heb dus ook wel een gesprekken met andere gemeenten gevoerd. Als ze dan vroegen of ik de overstap wilde maken, zei ik op laatste moment toch altijd dat ik in Sassenheim bleef. De laatste keer dat dat speelde, zei mijn vrouw: 'Nu moet je ophouden met nee te zeggen. Je moet tegen Sassenheim zeggen dat je blijft'. Dat heb ik toen ook gedaan. Dat vond ik best lastig. Als je in het begin aan mij had gevraagd, sta je hier over twintig jaar nog, dan had ik gezegd: 'nou, dat kan ik me niet voorstellen'. Maar het is wel zo gegaan. Wat ik nu vertel, zegt trouwens meer over mij dan over welke gemeente dan ook. Het is mijn eigen onrust. Die kwam af en toe op, maar dan besloot ik toch iedere keer te blijven. Ik heb er nooit spijt van gehad. Ik heb me in deze gemeente altijd erg thuis gevoeld. Ik heb de ruimte gekregen." En met een knipoog: " En ze zijn een beetje aan mij gewend geraakt, dan helpt ook...".

Was dominee worden een jongensdroom?

"Nee, want eigenlijk zou ik medicijnen gaan studeren. Ik stond al ingeschreven, maar zakte voor mijn eindexamen. Als dat niet was gebeurd, dan was ik nu huisarts geweest. Uiteindelijk ben ik theologie gaat studeren. Niet omdat ik dominee wilde worden, maar ik wilde voor mezelf uitvinden of het christelijk geloof wel betrouwbaar was. Mijn vader was ook predikant, maar het is van huis uit niet direct aangemoedigd. Als ik een andere studie had gekozen, was dat ook goed geweest. Ondanks dat ik uit een christelijk gezin kwam, had ik toch de vragen of het klopte wat ze zeiden over het geloof, én of het voor mij waardevol was om te geloven. Dat wilde ik voor mezelf duidelijk krijgen. Blijkbaar was het antwoord op al die vragen 'ja', want ik ben uiteindelijk dominee geworden. Mijn ouders hebben af en toe die diensten die ik als voorganger heb geleid, bezocht. Maar niet vaak hoor, ze gingen vooral naar hun eigen kerk. Een bijzonder moment was wel dat mijn vader mij in de Julianakerk heeft bevestigd als predikant. De foto waarop ik kniel en hij dat doet, is mij heel dierbaar."

Is dominee-zijn werk of een roeping?

"Het is een ongewoon beroep en het is een heerlijk ambt. Ongewoon, omdat als mensen vragen wat je doet en je zegt het, veel van hen niet precies weten wat het is. Het blijft een beetje apart. En is het een roeping? Ja, in die zin dat ik me persoonlijk aangesproken voel om dit te doen. Maar als ik huisarts was geworden, was dat ook zo geweest. In roep en beroep zit hetzelfde woord. Ik vind het een goede opvatting in het christelijk geloof om te zeggen dat je geroepen wordt, maar ook om een goede moeder of goede timmerman te zijn. Het is onterecht dat je alleen geroepen kunt worden om een verpleegster of dominee te zijn. Met de mogelijkheden die jij gekregen hebt van de Heere God, wordt jij geroepen om daar mee om te gaan. Als je kleuterjuf wordt, dan geldt dat ook. Bij dominees is het wel zo dat ons werk sterk verbonden is aan de naam van God. Dat is toegenomen, vind ik. Als mensen iets over God en geloven willen weten, dan is de kerk steeds meer de enige plek waar ze daarover terecht kunnen. Dus in die zin krijgt de kerk een meer bijzondere plek. Overal kun je van alles te weten komen, maar als het gaat over wat de zin van jouw leven is, of wie God is, en waar we vandaan komen, heengaan en wat we in de tussentijd doen; die vragen komen hier samen. In die zin is de kerk een plek waar het leven geheeld en gedeeld wordt. Geloven is wel persoonlijk, maar niet individueel. Je doet het met elkaar. Dus in die zin is de kerk voor mij altijd een goede plek geweest om te zijn.

Daarnaast is dominee zijn ook een deel van mijn identiteit. Ik ben heel benieuwd wat dat met mij gaat worden na 1 juli. Ik heb geen idee. Daar zie ik ook tegenop. Ik doe het met heel veel plezier en passie. Het is niet dat ik denk: goh, gelukkig, straks hoeft het niet meer."

Wat is de rol van de kerk anno 2018?

"De maatschappij is meer individualistisch geworden, vind ik. Je ziet het ook bij verenigingen: mensen willen wel wat hebben, maar of ze er ook iets voor willen doen, is punt twee. De neiging om te zeggen; dan doe ik het in mijn eentje en laat mij maar, die is de afgelopen twintig dertig jaar sterk toegenomen. Ik heb wel het idee dat het iets aan het bijtrekken is. In de maatschappij redden we het natuurlijk ook niet, als iedereen dat zegt. Overal wordt gezocht naar verbinding, tussen groepen en individuen. Anders valt de zaak uit elkaar. Het is een maatschappelijke oplossing voor een samenleving die uit elkaar dreigt te vallen. De kerk heeft dat altijd gezegd: zorg nou dat je op een of andere manier die verbindingen legt. Vroeger was dat traditioneel en ging dat vanzelf, want je was in een kerk en daar bleef je dan. Nu is het veel meer een keuze. Als jij bij een kerk hoort, is er over het algemeen niemand die je daartoe dwingt.

Ik vind het op zich wel een goede ontwikkeling. Het is verstandig dat je niemand dwingt. De meer kille kant is dat je aan lot wordt overgelaten. Soms helpt het ook gewoon als iemand je ergens mee naartoe neemt, of naar je omziet. Dat iemand zegt dat hij je mist. Dat is een verschil met vroeger. Als mensen dan in de kerk ontbraken, dan werden ze meteen bij de les geroepen. Dat geldt hier al geen 100 jaar meer. Nu hoor ik wel eens de andere kant. Dat iemand zegt: Niemand heeft naar me gevraagd.

Ik heb het idee dat onze samenleving veel heeft gewonnen met het individualisme, maar nu komt onze tweede opdracht: hoe kun je met al die individuen samen nog iets van samenzijn creëren? De kerk doet dat al tweeduizend jaar, dus wij hebben daar enige ervaring mee.

Het mooiste moment in deze kerk vind ik altijd als het licht naar binnen valt. Dan zit ik op mijn vaste stoel. Door de zon is het warm. Dat is eigenlijk voor mij het gevoel van kerk-zijn. De kerk is voor mij een open raam waar het licht en de lucht binnenvallen in een soms wat benauwde kamer wat de wereld kan zijn. Dus ik kom altijd een beetje opgelucht de kerk weer uit. Ik kan er weer tegenaan. Dat zal altijd zo blijven. Mensen zullen altijd mensen blijven opzoeken. En God zal ook mensen blijven opzoeken. Maar hoe dat gaat gebeuren en hoe de kerk er dan uitziet -of daar gebouwen bij horen of dat mensen dat thuis doen- dat weet ik niet."

U bent wellicht bij de kerkgangers van andere kerken vooral bekend van de jaarlijkse Parkdienst...

"Ha! Het duo Jut & Jul, dat waren Pastor Owel en ik samen tijdens de Parkdienst," lacht Moll."De samenwerking met de andere kerken, de rooms-katholieke Pancratiuskerk, de christelijk gereformeerde Havenkerk en de NPB, is altijd heel goed geweest. Dat is ook een reden waarom ik altijd zo blij ben geweest met Sassenheim.

Op de Parkdienst ben ik erg trots. Het is de plek waar iedereen samenkomt. Meer dan duizend mensen bezoeken de dienst jaarlijks. Vijftien jaar terug zijn we er mee begonnen en het was vanaf het begin een succes. Het is altijd in uitstekende harmonie en gezamenlijkheid gegaan."

Waarom heeft u besloten te stoppen?

"Het heeft vooral met leeftijd te maken. Ik word 66 en in alle eerlijkheid, je kunt beter zelf weggaan, dan dat je allerlei briefjes in de bus vindt met advertenties dat ze in Purmerend nog een dominee zoeken," zegt Moll met een knipoog. "Daarnaast gaan we nu van drie naar twee predikanten. Dat valt mooi samen. Mijn beide collega's, met wie het contact gelukkig altijd goed is geweest, zullen het nu zonder mij moeten doen. Dat zal voor hen ook even wennen zijn. We doen heel veel samen, maar hebben alle drie ook onze eigen wijken. Sassenheim is verdeeld in drie parten. We hebben elk een eigen terrein, maar zijn alle drie predikant van die ene Protestantse Gemeente Sassenheim.

Het zal best aanpoten worden voor mijn twee collega's. Kijk, de kerk verandert natuurlijk toch snel. Vroeger had je hele grote groepen catechisanten, maar dat is nu allemaal wat minder geworden. De diensten waren tegelijkertijd: zondagmorgen in de Dorpskerk én in de Julianakerk. Dat gebeurt nu nog steeds, tot 1 juli. Daarna is het steeds in één van de kerken. We hebben besloten dat moment samen te laten vallen met mijn afscheid." Lachend: "Als ik ga, wordt alles anders."

Op zondag 1 juli is de afscheidsdienst. Bereidt u die al voor?

"Ja, maar het wil niet erg lukken. Er zit een soort innerlijke weerstand lijkt het wel. Ik probeer al tijden te beslissen welke Bijbeltekst ik wil lezen. Ik zie tegen het afscheid op. Ik ben altijd met plezier lid en predikant. Dus in die zin ga ik het na 24 jaar best missen. Aan de andere kant vind ik ook dat we het ook niet groter moeten maken dan het is. Het gaat er mensen uiteindelijk om dat ze zelf ook in het licht zitten. Dan gaat het niet om mij. Dat relativeert ook."

Daarna gaat u met emeritaat. Wat gaat u daarna doen?

"Mensen benaderen mij met allerlei plannen en goedbedoelde adviezen. Ik heb echter besloten geen lijstje te maken. Ik wil eerst afwachten wat er met mij gaat gebeuren, als het domineeschap wegvalt. Wat zal er dan van mij overblijven? Ik ben benieuwd. Het geloof blijft in ieder geval, want dat is niet direct aan het ambt gebonden. Ze zijn wel ver-bonden, maar vallen niet samen. Het betekent dat als ik het ambt opgeef, ik als gelovige overeind blijf. Het hoort wel echt bij elkaar, net als kerk en geloof bij elkaar horen."

"Overigens preek ik een week na mijn afscheid, op 8 juli nog een keer in Fijnaart. Dan sluit ik het echt af."

Volgens mij gaat u het ontzettend missen…

"Ik zie er als een berg tegen het afscheid op. Ik stop niet omdat ik het zat ben. Mijn vrouw en ik blijven vooralsnog in Sassenheim wonen. Maar hoe het in de toekomst gaat, weet je natuurlijk nooit. Ik blijf hier de kerk bezoeken, maar doe dan geen dingen die mijn collega's behoren te doen. Misschien dat ik wel losse activiteiten begeleid, zoals de Taizé-diensten en films draaien rondom Pasen.

Verder gaat het kerkleven gewoon door. Dat moet je ook niet overdrijven. In die zin blijven dominees, naast voorgangers, ook vooral voorbijgangers. Mensen krijgen te maken met de verschillende stijlen van predikanten. De een spreekt dit meer aan, de ander dat. We hadden de luxe van drie smaken, want iedere predikant heeft zijn of haar eigen kwaliteiten. Die variatie is heerlijk. Je moet er niet aan denken dat je drie predikanten zou hebben zoals ik." Nog één keer lacht hij hard: "Dan had de kerk het jaar 2000 niet gehaald, denk ik".

Op vrijdagavond 29 juni vanaf 19.30 uur is in de Julianakerk aan de Julianalaan in Sassenheim een informele afscheidsreceptie voor predikant Tim Moll. Zondagmorgen 1 juli om 10.00 uur is in diezelfde Julianakerk de afscheidsdienst, waarin ds. T. Moll zelf voorgaat en formeel afscheid neemt van de Protestantse Gemeente Sassenheim.

Tekst: Marieke Voorn