Naar buiten
Zij kent een medicijn tegen de grauwigheid,
tegen de mist die klam over haar dagen hangt,
tegen de optrekkende kou die spieren, botten,
hart en hoofd geleidelijk verdooft.
Ze strikt precies op tijd haar veters,
zwaait de voordeur open
en op de drempel ademt ze de ochtend in.
Ze leeft. Zij wel. Dat schept verplichtingen.
Als ze goed haar best doet, hoort ze de akkoorden.
Een baslijn aait haar spieren wakker,
een ritme kriebelt vriendelijk onder haar voet.
Ze waagt wat stappen, een aarzelende huppel
en dan gaat alles los. Ze danst. Zie haar zwieren,
zweven, draaien, ze zet de straat in lichterlaaie,
de vonken vliegen van haar zolen.
Ze danst! Een vuur ontdooit haar spiergestel,
haar levenslust, haar hartenklop. Ze voelt
hoe het bestaan in al zijn waanzin
door haar aderen raast.
Vanachter vitrages en azalea's ziet men haar
hoofdschuddend aan. Een dwaas, zo luidt het commentaar.
Wees niet verbaasd: wie de muziek niet horen wil,
zal nooit iets van de dans verstaan.
Gedicht van Irma Ooijevaar tijdens de opening van Kunstweek Warmond 2018.