Koos Hoogervorst:
Koos Hoogervorst: "Er zijn er altijd die de grote man uit willen hangen, maar ik heb alleen maar angst gehad". Foto:

Koos Hoogervorst: Onvoorbereid op pad

veteranen n De komende weken, voorafgaand aan Bevrijdingsdag, mag De Teylinger exclusief drie verhalen publiceren uit het nieuwe Veteranenboek Teylingen. Sassenheimer Koos Hoogervorst (93) werd uitgezonden naar Nederlands-Indië. Van 1946 tot 1949 was hij als soldaat, grenadier op West Java. 'Ik ben nu nog een van de twee laatsten die over is.'

Tekst: Joep Derksen

De Tweede Wereldoorlog hakte er in bij Koos Hoogervorst; hij beleefde die oorlog als tiener, maar werd jaren later nog achtervolgd door nachtmerries vanwege overvliegende vliegtuigen. In 1946 werd hij opgeroepen voor militaire dienst; dat was voor hem een zegen. Hoogervorst werkte namelijk in de bloembollen, waar hij het totaal niet naar de zin had. Op 7 mei van dat jaar stapte hij op de trein naar Amersfoort, om daar via een echte spoedopleiding klaargestoomd te worden om naar Nederlands-Indië af te reizen. Hij herinnert zich die training nog goed: ,,Bij aankomst werden we naar de Lodewijkkazerne gebracht, waar we onze eigen strozakken moesten vullen. Mijn maat schoenen hadden ze niet, net zo min als fatsoenlijke schietuitrusting. Bij een wapenexercitie hadden we een allegaartje van Duitse en Engelse geweren, waaronder onbruikbare wapens.''

Vijf maanden later werden de soldaten in Amsterdam ingescheept. Om daar te komen, moesten de jongens met de trein van Amersfoort naar de hoofdstad. Zelfs dat bleek niet zonder gevaar: ,,In die tijd waren de communisten al goed bezig om ons te dwarsbomen, zodat wij niet weg konden gaan. Er stonden militairen op wacht langs de spoorlijnen, om te voorkomen dat er sabotage gepleegd werd.''

Na een reis van vier weken op de SS Tegelberg, een schip van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij, kwamen de soldaten aan in Tanjung Priok; de haven van Jakarta. Hoogervorst had deze tocht goed doorstaan: ,,Ik had het geluk dat ik bij een patrijspoort zat, waardoor ik verse lucht kreeg. Veel van de jongens lagen op de tafels en op de grond.'' Ze gingen van het schip af in hun nieuwe tropenuniform: ,,Dat was passend tot en met. Niet dus; de schouders van het uniform hingen tot mijn ellebogen.''

Vuurvliegjes

Hoogervorst verbleef drie jaar op West Java. ,,Ik heb het altijd angstig gevonden, maar die eerste nacht was het ergst. 's Avonds moet ik wacht lopen en ik hoorde de onmogelijkste geluiden en zag allerlei lichtjes. Dat bleken vuurvliegjes te zijn, maar die kende ik natuurlijk niet. Ik schoot van de zenuwen in de lucht, waarna allerlei officieren naar buiten kwamen. Ik kreeg een grote bek, maar werd niet gestraft. Het was tevens mijn eerste en laatste schot.''

Eigenlijk was Hoogervorst infanterist, maar omdat hij platvoeten had, hoefde hij geen patrouilles te lopen. En dus kreeg hij een nieuwe functie als bestuurder/monteur. Zijn chauffeursopleiding volgde hij op Tjimahi; het mooie gebouw van de gouverneur generaal. Hij had nooit verwacht, hoe gevaarlijk deze functie zou worden. Maar dat veranderde snel, na de start van de eerste politionele actie op 21 juli 1947. ,,Ik had mijn rijbewijs nog niet gehaald, maar er stond al een vrachtwagen vol met mannen voor me klaar. Het was mijn taak om soldaten overal naar toe te brengen. Op die slechte wegen kreeg je wel heel snel de benodigde rijervaring.''

Hij denkt aan de eerste keer, dat hij onder vuur genomen werd. ,,Ik moest een verre buitenpost foerageren (van eten en drinken voorzien). Dan had ik altijd een of twee man mee voor de beveiliging. Naast mij in de cabine zat een jongen en de ander zat achterop. Onderweg, vlak na een bocht, klonk een salvo. We hadden geluk, want geen van ons raakte gewond.'' Hij valt even stil tijdens het gesprek. Waarom is het zo moeilijk om hierover te praten? ,,Wat ik vertel is echt gebeurd en er is geen woord van gelogen. Er zijn er altijd die de grote man uit willen hangen, maar ik heb alleen maar angst gehad.'' Hoogervorst vervolgt: ,,We zaten een keer op een post, waar helemaal niets gebeurde. We moesten altijd onze Lee Enfield meenemen, maar dat waren rotdingen als je in en uit de cabine stapte. Het was gemakkelijker geweest, als wij een handvuurwapen hadden gehad, maar die kregen we niet. Voor een rit besloten we om die Lee Enfield te laten staan, waarna we een lesje leerden. We kregen namelijk de volle laag en hebben met angst achter een sawa-dijkje gezeten. Gelukkig had ik op iedere schouder twee engeltjes zitten, maar sinds dat moment is Koos nooit meer zonder wapen weggegaan.''

'Gelukkig had ik op iedere schouder twee engeltjes zitten'

Oversteken

In de tijd, dat Hoogervorst in Nederlands-Indië zat, overleden 29 grenadiers; mannen die hij kende. ,,De eerste, die overleed, was Michael Knapen; hij kwam al een aantal dagen na aankomst in aanraking met hoogspanning. Anderen zijn overleden door vijandelijk vuur of tijdens het oversteken van een rivier, waarbij ze wegspoelden door het sterk stromende water. We hebben hen nooit meer teruggevonden. Wie rekent er op, dat je daar dood gaat?'' De vijand maakte geen onderscheid tussen soldaten, die er al langer zaten of nieuwe rekruten. ,,Een aantal jongens van de KNIL kwamen 's avonds aan, ter versterking om op patrouille te gaan. De volgende ochtend gingen ze weg en zijn nooit meer teruggekomen. Ze zijn eigenlijk gekomen om doodgeschoten te worden.''

Het ging hard tegen hard. ,,In die tijd was ik gedetacheerd bij de PAG en we gingen op patrouille om die acht jongens te vinden. Ze waren in een hinderlaag gelopen en waren allemaal omgekomen. Twee hebben zich tot het laatste toe verdedigd, tot hun munitie op was. De andere zes zijn allemaal gevangen genomen. Met hen hebben die Ploppers lopen slepen. We hebben de verantwoordelijken gezocht en gevonden. Zij brachten ons naar een veld, waar de jongens lagen. Ze waren naakt en hun kelen waren doorgesneden. Ik heb ze op dat moment niet gezien. Daar kreeg ik spijt van, maar achteraf is het maar goed, dat ik het niet gezien heb. Ik zou er mijn hele leven last van hebben gehad.'' De verantwoordelijken werden in kamp Delden op niet zachtzinnige wijze ondervraagd.

Heeft Hoogervorst last gehad van Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS): ,,In de jaren '80 en '90 heb ik wel een poos in de knoop gezeten. Toen heb ik die lui van het leger ingeroepen en zij hebben mij de weg gewezen.'' Hebt u nu nog nachtmerries? ,,Af en toe. En nu ik hierover gesproken heb, zal ik vannacht niet lekker slapen.''

Heeft uw werk zin gehad? ,,Ja, maar we wilden wel naar huis. Toen ik eenmaal thuis was, was ik aan het werk, waarop mijn commandant bij ons thuis is geweest. Hij wilde hebben, dat ik terug kwam. Ik was chauffeur en instructeur en ze hadden nieuwe kadermensen nodig. Dus ik had de rang van adjudant kunnen hebben. Maar ik heb ervoor bedankt en gezegd: 'Ik ben lang genoeg een nummer geweest, nou wil ik een burger zijn'.'' Hoogervorst kijkt naar de foto's in zijn album en verzucht: ,,We hadden een peloton van 48 man. Ik ben nu nog één van de twee laatsten die over is.''

Veteranenboek Teylingen

Het verhaal van Koos Hoogervorst is een van de 32 verhalen van veteranen uit Warmond, Voorhout en Sassenheim, opgetekend door Joep Derksen in het Veteranenboek Teylingen. In de komende twee weken leest u ook de verhalen van Désirée de Bruijn – Neijenhuis en Hans Visser.

Exemplaren van het Veteranenboek Teylingen (ISBN: 978-90-828414-2-8) zijn vanaf het moment van presentatie, op vrijdag 26 april, ook te koop bij de boekwinkels, zoals Boekhandel Wagner in Sassenheim, Primera in Voorhout en Boek Kado Enzo in Warmond. De prijs van dit boek met meer dan 140 bladzijden, vol verhalen en foto's, is 12,50 euro. Voor meer informatie, kijk op www.zin-snede.nl.

Het 'Veteranenboek Teylingen; van 1940 tot 2020', is mede mogelijk gemaakt dankzij donaties door de gemeente Teylingen en het Rabobank Bollenstreek Coöperatiefonds.

De jonge Koos Hoogervorst. | Foto's uit eigen album
Afbeelding
Afbeelding