Zondagmorgen

In alle vroegte ben ik op pad. De wereld is zonovergoten en volop wakker. Vliegtuigen trekken witte strepen door de blauwe lucht. Treinen razen voorbij. Op de snelweg is in beide richtingen een baan afgezet. Er wordt gemaaid. We rijden file. Het is zondagmorgen, 9 uur. Eenmaal van de snelweg blijft het druk: wandelaars, fietsers, late vissers. Als al die mensen naar de kerk gaan zijn alle gebouwen te klein. Maar dat gaan ze niet. Ik wel. Ik heb een vreemd vrachtje te bezorgen: er ligt een knielbank achter in mijn auto. Restant van een huwelijksdienst in de open lucht in de week hiervoor. Je kunt zo'n bruidspaar toch niet in het gras laten knielen met hun goede goed? Ik had dat bankje geleend van een bevriende koster, uit een al even bevriend wit kerkje. Hij wilde het wel terug uiteraard. Dit leek me een geschikt moment: als het torenportaal open was hoefde ik er niet ver mee te sjouwen. Erg handzaam zijn ze niet, knielbankjes. Ook rond het kerkje is het druk: terrassen worden klaargezet, fietsers en wandelaars manoeuvreren tussen het straatmeubilair. Iemand vraagt mij in het Engels hoe laat er dienst is. En of er iets bijzonders is: daar heeft hij, aan zijn blik te zien, geen zin in. Later die ochtend zit ik elders in de kerk. De preek laat me alle ruimte m'n gedachten te laten gaan. Naar vroeger: de grote kerken van mijn jeugd liepen makkelijk vol 's zondags. Men ging in horden door het dorp, ieder naar z'n eigen kerk. 's Middags werd er gewandeld – iets anders was er niet te doen, voordat de middagkerk begon. Van terrassen had geen mens gehoord in die streek. Je fietste niet op zondag. Je kocht ook geen ijsje – ik denk dat dat daar ook nergens kon op die dag. Ik kijk om me heen, naar dat handjevol mensen hier. De meesten ouder dan ik. De dienst is ook al niet hoopgevend. Maar ik word vrolijk van dat knielbankje: de oprechte liefde van die twee, de feestelijke verbinding tussen de mensen om hen heen. De aandacht, de ernst en de luim. Zolang er mensen zijn, zolang ze liefde zoeken en geluk, zolang zal er geloof zijn. Binnen of buiten de kerk.

egbert van der weide