Speelkwartier

Biologisch gezien vormen wij mensen de soort 'homo sapiens'. De wetende mens. Dat wij weten, schijnt ons te onderscheiden van voorgaande mensensoorten. Alsof zij niets wisten, maar goed – het beestje moet een naam hebben. We hebben het in ieder geval ver weten te schoppen. De Neanderthaler had geen auto's, om maar wat te noemen. Ook geen stikstofproblemen, trouwens. Feit is wel dat hij het veel drukker had om in leven te blijven dan wij.

Vrije tijd is een betrekkelijk nieuw fenomeen. En wel zo bijzonder dat de Nederlandse historicus Johan Huizinga in 1938 een boek wijdde aan de 'homo ludens' , de spelende mens. Hij bedoelde ermee: de mens met ernst en overgave het spel van politiek en kunst en wetenschappen speelt. De moderne mens hoeft niet constant met het blote bestaan bezig te zijn: er is tijd voor ontwikkeling, voor groei. Dat mag spelenderwijs – er mag wel wat lucht bij, om het zo te zeggen.
Daar kan geen mens het mee oneens zijn. Elke ernstige, noodzakelijke vergadering over serieuze zaken wordt beslist verder geholpen door een vleugje spel. Een bevrijdende lach zorgt dikwijls voor een beetje relativering. Ik kan u en mezelf vervelen met een opsomming van humorloze vergaderingen en bloedserieuze kerkdiensten, om maar wat te noemen, die beslist niet beter werden door al hun ernst en zwaarwichtigheid. Doe mij maar die homo ludens.
Maar of de mens die nu van het ene festival naar het andere zwalkt precies was wat Huizinga voor ogen stond, vraag ik me af. Laatst sprak ik (naar aanleiding van mijn kermiscolumn) iemand die serieus 5 weken vrij nam in september en begin oktober: vier weken voor al die kermissen in de streek en 1 week om bij te komen van z'n kater. Want feest=bier in dit land. De homo bibens als nieuwe ondersoort. Het hele leven één groot speelkwartier! Maar de oude calvinist in mij is nog niet dood. Het speelkwartier was daarom zo leuk, omdat je er eerst een hele ochtend, van psalmvers tot dictee, voor had gewerkt…

egbert van der weide