Alweer…

Als kind leek het een eeuwigheid te duren voor je verjaardag eindelijk aanbrak. Die magische, fascinerende datum wierp zijn schaduwen ver vooruit. Weken van tevoren hield het je bezig: ik ben gauw jarig! En je liep te bedenken wat je voor je verjaardag hebben wilde. Ik snap nu niet meer waarom ik me daar het hoofd over brak, want ik kreeg altijd in ieder geval een boek en een nieuwe doos Lego en ik was er helemaal gelukkig mee.
Waar dan dat spannende gevoel vandaan kwam weet ik niet, maar het was er. De nacht voor je verjaardag kon je met geen mogelijkheid in slaap vallen. De volgende morgen was ik steevast om een uur of 5 wakker. Opstaan deed ik niet, ik keek wel uit. De rest van de familie was immers lang niet zo jarig als ik, iedereen sliep nog. Gewekt worden voor de cadeautjes en het zingen was niet nodig – maar voordat ze kwamen duurde het ook al zo lang. Viel de verjaardag op een schooldag dan mocht je dezelfde dag trakteren. Ik mocht nog met een trommeltje snoepjes rondgaan. Iets groters of gezonders was niet nodig. Mijn moeder bakte een cake voor de meesters en de juffen. Met een uitverkoren klasgenoot liep je na de pauze de klassen rond om van elke leerkracht een kaart te krijgen.
's Middags het feestje: "Kom je ook? Het wordt vast leuk..." Alle jongens uit de klas liepen om half 4 mee. We waren helemaal tevreden met een glas spoetnik, van rode of bruine of gele gazeuse. We gingen snoephappen, spijkertjepoepen, of wat mijn moeder maar verzon. Er werd geen dure entertainer ingehuurd, je hoefde elkaar niet de loef af te steken want alle feestjes waren eender en niemand die daar iets om gaf. Even naar buiten zodat mijn moeder de tijd had voor de uitsmijter: zelfgebakken friet. Dat deden andere moeders niet. Voor ik ging slapen nog even spelen met de cadeautjes en dan hup naar bed. Daarna moest je weer een heel jaar wachten. En dat duurde toch lang... Kom daar nu eens om. Voor je het weet ben je vandaag de dag alwéér jarig...

Egbert van der weide