Afbeelding
Foto: pr.

'Iets kunnen betekenen, dat ga ik missen'

n Wijkagent Dirk Meinders gaat na 42 jaar met pensioen

Sassenheim n Als jonge jongen liep hij het bureau aan de Menneweg binnen, en 42 jaar later zit zijn laatste werkweek er bijna op. Dirk Meinders neemt afscheid als wijkagent. 'Ik deed soms meer zaken bij de Albert Heijn dan op het bureau.'

"Ik ben nog even op zoek naar een vaas hoor." Dirk Meinders (65) loopt door het gemeentehuis, op zoek naar een waterdrager voor een bos bloemen. "Net gekregen van onze collega's van de balie. We letten altijd een beetje op ze," zegt hij lachend. Het kenmerkt Meinders, als wijkagent hét gezicht van de politie in Sassenheim. Veel inwoners kennen hem, van zijn aanwezigheid bij de Najaarsfeesten, of van zijn rondes op de fiets door het dorp. 


Even later gaat hij zitten. "Er gebeuren heel veel dingen om mij heen die ik niet in de hand heb. Het gaat de laatste weken veel over mijzelf, en dat voelt ongemakkelijk." Het interview vindt dan ook niet plaats op zijn initiatief. Zijn collega Peter de Boer zocht contact met de redactie en bracht de aankomende pensionering van zijn gewaardeerde collega onder de aandacht. Op donderdag 26 november is zijn laatste werkdag. Er worden dingen geregeld rond het afscheid van Meinders. "Ik heb wel gezegd: ik ga niet op een platte kar door het dorp, maar verder wacht ik het rustig af."


Meinders werd geboren in Utrecht en groeide daar ook op. Op zijn vijftiende verhuisde hij met zijn ouders mee naar Hoofddorp. Daar leerde hij op de havo zijn vrouw Nelleke kennen. "Nadat ik mijn diploma heb gehaald ben ik twee jaar gaan werken. Iets met boeken, maar dat was niet echt mijn ding."


Hoe ben je bij de politie terecht gekomen?

"Het was geen droombaan, maar je moet wat als je van school komt. Ik zag een advertentie in de Radiobode en besloot te solliciteren. De eerste keer werd ik afgewezen, ze vonden dat ik meer levenservaring moest opdoen. Toen ben ik in dienst gegaan. De tweede keer werd ik aangenomen. In Harlingen heb ik een jaar intern gezeten om de politieopleiding te doen. De opleiding was heel technisch, ik kon alle wetsartikelen opdreunen en hoe ik ze moest toepassen. Maar in de praktijk kon ik daar werkelijk waar nog geen hout van." 


En waarom koos je daarna voor Sassenheim?

"Oh, dat was puur toeval. Na de opleiding kom je bij elkaar in een grote zaal, en daar staan alle districten waar ze mensen nodig hadden. Ze hadden 32 plekken in het district Den Haag, dus dat leek mij wel wat. Binnen jouw clubje moest je vervolgens onderling uitmaken wie waar ging werken. Ik zou naar Schoonhoven gaan, dat vond ik prima, maar toen kwam er een collega naar mij toe. 'Jij gaat naar Schoonhoven en ik naar Sassenheim, maar mijn vrouw wil graag dichterbij haar familie wonen. Wil je niet ruilen?'". Meinders lacht met zijn kenmerkende lach: "Dat is prima, zei ik, ik weet van allebei niet waar het ligt, dus het zal wel goed zijn. "


Hoe was je eerste werkdag?

Dat was op 1 juli 1979, op het politiebureau aan de Menneweg. Elk dorp had toen nog zijn eigen politiepost, echt totaal anders dan nu. Bureau Menneweg was 24 uur per dag open, want het had een centrale functie in de streek. Vandaar ook die twee cellen. Er was een groepscommandant, Arie den Dunnen, een grote vent uit Zeeland. En Van der Wees, ome Tinus, dat was ook zo'n begrip op Sassenheim. Ik heb een maand of zes met hem gewerkt, daarna ging hij met pensioen. Ons team bestond uit zo'n 40 tot 45 agenten. Je was toen verplicht in je dorp te wonen, dus we hadden in iedere straat politie. Zo kende je het hele dorp. Heel handig!".


Wat is de grootste verandering in 40 jaar?

"De tijden veranderen, de werkwijze van politie verandert. Het is handig dat het geautomatiseerd is. Ik zegen nog steeds dat ik met een paar klikken alle informatie boven water kan toveren. Ik leef van informatie, en het weten van dingen is belangrijk, dus dat helpt heel erg. Dat was heel anders toen ik net begon. Niets was geautomatiseerd, we hadden een kaartenbakje. Als je wat gedaan had, dan had je je eigen kaartje. Die bak was het geheugen van de politie. Dus zaken oplossen hing van toevalligheden aan elkaar, omdat iemand zich nog iets herinnerde. Er zat weinig systeem achter. "


"Ook hadden we vroeger weinig contact met andere gemeenten. Je wist eigenlijk niet wat zich daar afspeelde, terwijl een crimineel zich niet laat tegenhouden door gemeentegrenzen. Dat is in de loop van de tijd gegroeid, gelukkig. Begin jaren '80 was het echt nog lokaal politiewerk. Als het mooi weer was, hing je een verlengsnoer aan de telefoon, en zat je in de tuin van het bureau. Dan hing je bordje aan de deur 'graag achterom lopen', en dat deed iedereen dan ook. Mensen belden trouwens ook rechtstreeks naar het bureau." Meinders lacht: "We hadden een telefoonnummer dat heel veel leek op dat van Motel Sassenheim, dus we hebben heel veel kamers voor de nacht geboekt!"


"We waren daarnaast altijd op straat, dat kon ook niet anders met vijftien man tijdens een dienst. Dan stond er inderdaad bij wijze van spreken op elke hoek een agent. En tegenwoordig heb je heel veel hoeken en heel weinig agenten. Daar is een hoop in veranderd. We hebben nu in Teylingen vijf wijkagenten. Je bent nog wel het gezicht, maar niet altijd meer buiten."

Wat is leuk aan politiewerk?

"Elke dag is anders. Als ik om half acht begin, heb ik geen idee wat vijf over half acht ga doen. En het gaat de hele dag over mensen, die je in allerlei situaties, op tijdstippen en momenten in hun leven tegen komt, en zeker als wijkagent. Er gebeurt van alles in een mensenleven, en heel vaak kom je dan in aanraking met politie. Dat is eigenlijk wel een drijfveer."


Zijn er mensen die je zijn bijgebleven?

Ja natuurlijk. Als er iemand overlijdt in een familie, en je moet dat bericht gaan vertellen. Als je de familie vervolgens privé tegenkomt, bij het boodschappen doen bijvoorbeeld, dan kun je niet doen alsof je ze niet kent. Zo werkt dat niet. Zo heb ik tientallen overlijdensberichten moeten brengen, na zelfmoord of een ongeluk."


Ook mensen waarbij het goed is gekomen?

Ja, daar zijn gelukkig ook genoeg voorbeelden van. Ik ken een jongen die op zijn veertiende in beeld kwam. Hij is nu begin 30, dus we kennen elkaar al een tijdje. Nu pas is hij goed terecht gekomen. Je ziet dat hij trots is op zichzelf, een baan heeft en daardoor ook een huis. Dat nu na al die jaren het kwartje gevallen is, heeft wat bloed, zweet, tranen, scheldpartijen en achter zijn broek aanzitten gekost. Maar je hebt toch een zwak voor die gasten, want je kent ze. Het doet mij goed dat hij het nu allemaal zelf geregeld en gedaan heeft." 


Wat is daarin de functie van een wijkagent?

De gemiddelde hulpverlening houdt op om vijf uur, en als iemand in de problemen komt, dan belt iedereen de politie. Ook bij problemen die niet des polities zijn, maar je kunt ook niet zeggen 'zoek het maar uit'. Het geeft wel druk op een organisatie, dat met je veel dingen bezig bent, die eigenlijk niet van jou zijn. 

We barsten als politie van de problemen, maar we gaan nergens over. Dat is het lastige. Tegenwoordig moet je hopen dat de buurman dingen voor je doet en dat je een netwerk hebt om je te helpen. En als je een stoornis hebt, dan woon je thuis en dan heb je één keer per maand een Zoom-meeting met jouw psychiater. In die andere 30 dagen wordt de politie gebeld." 

Zijn de mensen in 40 jaar ook veranderd?

Mensen veranderen mee met de maatschappij. Mensen zijn harder, individualistischer, meer op zichzelf. Niet bij iedereen hoor. Gelukkig wonen we hier wel in een dorpje. Maar zonder vroeger te romantiseren, maar het is wel een hele andere tijd geworden. Jongeren hebben bijvoorbeeld bijna geen tijd meer om groot te worden, je moet al zoveel op jonge leeftijd. We zien dat verdovende middelen onderdeel van de maatschappij zijn geworden. Het is veel moeilijker om een flesje bier te kopen dan verdovende middelen. Je moet als jongere dus sterk in je schoenen staan, om te zeggen dat je dat niet wilt."


Bij heel veel jongelui gaat het goed, die gaan naar school, daar loopt het. Maar er is ook groep waar dat niet zo is, en die is groeiend. Het heeft veel te maken met thuissituaties, met scheidingen. Dat is wel iets van de laatste jaren. Dan kom je zo'n jongetje buiten tegen vol ellende, dan krijg je te horen dat hij niet meer welkom is thuis. Dat kom ik regelmatig tegen. En dat baart mij echt zorgen."


Kun je je werk loslaten als je naar huis gaat?

Nee, dat is onderdeel van je leven, onderdeel van je werk. Dat laat je niet los. Als ik boodschappen ga doen, en een bekende jongere staat voor de deur te hangen, dan ga ik ook met hem in gesprek. Of we doen samen boodschappen. Weet je, ik kan niet zeggen: 'jou ken ik niet'. Ik doe bij wijze van spreken meer zaken bij Albert Heijn dan dat ik op mijn bureau doe. Dat is zo verweven met elkaar.


Hoe is het om te weten dat bijna iedereen je kent?

"Daar ben ik in gegroeid. Ik leef wel in een glazen huisje, want als ik over de stoep fiets, dan ziet iedereen dat. Daar heb ik mee leren leven. Het is niet lastig, maar je moet er wel tegen kunnen."


Hoe vonden jouw dochters dat?

Meinders lacht: "Mijn dochters hebben alleen maar last van mij gehad als wijkagent. Hun vader was natuurlijk altijd aanwezig. Dat is wel lastig, denk ik. Ze hebben het nooit gezegd trouwens. Vanaf de kleuterschool bracht ik ze weg in uniform. Gingen ze naar het Rijnlands Lyceum, was ik daar contactpersoon. Liep je vader de hele dag op school. Dus je had nooit dingen voor jezelf zonder dat je vader het überhaupt al wist. En bij schoolfeesten, wie stond er buiten...Nou, ik heb er wel 'gebruik' van gemaakt. Dan zei ik tegen zo'n jongen: dat meisje daar is mijn dochter, daar blijf jij van af. Dat was dan het stiekeme voordeel van een wijkagent zijn!"


Is het een meerwaarde om hetzelfde dorp te wonen?

Ik vind van wel, omdat je de randverschijnselen ook meekrijgt. Hoeveel mensen wel niet naar je toekomen: 'Oja, ik zie dat je vrij bent, maar...'. Dat heb je met een publieke functie, dat is nou eenmaal zo. Lachend: "Dus ik ga meestal alleen boodschappen doen, want mijn vrouw is daar helemaal klaar mee."

Ik leef van informatie. Als mensen mij niets vertellen, dan weet ik niets. Het gaat gewoon 24 uur per dag door, maar dat is gewoon onderdeel van mijn leven. Dat vind ik niet erg."


Hoe moet dat met je pensioen?

"Dat wordt wennen. Ik ben wel al een tijdje bezig met stoppen, dat helpt. In juli, in mijn vakantie, heb ik die beslissing genomen. Ik ben een week onrustig geweest, en daarna heb ik het geaccepteerd. Je kunt het beter zelf regelen, dan dat je later met je rollator loopt te gooien, dat is ook geen gezicht. "


Waarom stop je?

Ik ben elke dag met volle vreugde aan het werk, en ging ook enthousiast mijn vakantie in. Ik had altijd het plan gewoon tot mijn pensioen (66 jaar en 10 maanden, red.) te blijven werken. Mijn baas wees mij erop dat ik eens met een pensioenambassadeur binnen de politie moest gaan praten. En zo is het zaadje geplant. Mijn vrouw Nelleke zou al aan het einde van dit jaar met pensioen gaat, dus het is op zich wel een mooi moment. We zijn op dezelfde getrouwd, dus we gaan op dezelfde dag stoppen met werken."


Wat ga je straks doen?

"Ik ga eerst even onthaasten, en daarna wordt het een gezonde mix tussen vrijwilligerswerk en hobby. Nee, ik ben niet bang voor verveling. We zijn gek op fietsen. Wat betreft vrijwilligerswerk: ik weet nog niet waar, maar dat gaat vanzelf. Ik klus veel, en ik heb nog wel wat achterstallige dingen te doen." 


Wat ga je missen aan het werk?

Het contact met mensen, en dat elke dag anders is. De hectiek er om heen, het wordt wel onderdeel van je systeem. Iets voor mensen kunnen betekenen, dat ga ik wel missen. Dat vind ik wel het leukste van mijn werk. Maar ook dat moet ik weer leren. Aan alles komt een einde, klaar.


Het laatste woord is aan jou. Is er nog iets dat je via deze weg wil zeggen?

"Dat ik heel blij ben dat ik hier per ongeluk terecht ben gekomen! Sassenheim is een dorp met een ziel en een hart. Dat heeft mij wel geraakt. En daarnaast is het een prettig dorp om te wonen, werken en leven. Dat is de verdienste van iedereen die hier dan woont. Met elkaar maak je toch zo'n dorpje. 


Daarnaast wil ik ook meegeven dat we een beetje op elkaar moeten passen in deze lastige tijd. Dat je de buurman eens helpt. Of dat je eens écht vraagt hoe het met iemand gaat. Dat we allemaal een beetje naar elkaar omkijken."