Afbeelding
Foto: pr.

Hair!

Algemeen Teylingen

Column • Hoewel het nooit helemaal lukt ons in te leven in andermans wel en wee, is het nog steeds een deugd om dat tenminste te proberen. Een oprechte poging is voldoende. Meer hoeft niet. Wie meer pretendeert, is ongeloofwaardig. Van opmerkingen als ‘weet je wat jij zou moeten doen?’ en ‘Als ik jou was…’ krijg ik jeuk. Hoe kun jij nou zo precies weten wat ik moet doen? Je bent mij niet – dat is het hele punt. Pas op als iemand een zin begint met de woorden ‘ik wil me er niet mee bemoeien, maar…’ Toch is een gezond beetje meeleven natuurlijk niet verkeerd. Ik heb dan ook sinds de lockdown van de kapperszaken geprobeerd me in te denken hoe zwaar het leven moet zijn voor wie niet kaal is. Van flauwe grappen als ‘waar verstand zit kan geen haar groeien’ distantieer ik mij. Al ben ik er mij van bewust dat juist mijn verstandige terughoudendheid een bewijs van de juistheid van die stelling is… Maar ik weet uit de tijd dat ik zelf nog haar had, dat je ook zonder in de spiegel te kijken weet wanneer het tijd is voor een grondige knipbeurt. Je voélt gewoon dat het te lang is. Knipjes, schuifjes en elastiekjes kunnen dat nog een beetje tegenhouden, maar niet lang. De onbeteugelde haargroei leverde ook een identiteitsprobleem op. Vaak genoeg zag ik deze laatste weken niet wie er schuil ging achter die bos wilde lange haren en dat mondkapje dat voorbijfietste. Soms kwam er een hoofddoekje aan te pas om een brede streep grijs midden op het hoofd te verbergen. Ook in dezen is kaalhoofdigheid een uitkomst: je blijft immer dezelfde en steeds herkenbaar. Omdat niet iedereen dat voorrecht geniet, begreep ik helemaal de rijksbrede zucht van verlichting die werd geslaakt toen onze minister-president aankondigde dat per 3 maart de kapsalons open konden. Velen hadden daar een voorschot op genomen en alvast afgesproken bij hun kapper. Nu zie ik dus weer mensen in het dorp die ik een tijd niet tegenkwam – of misschien waren ze er ook wel, maar herkende ik hen niet. Dat is gelukkig nu voorbij! En uit dankbare solidariteit schreef ik dit stukje.

egbertvanderweide

Uit de krant