Afbeelding

Voorbij

Algemeen Teylingen

Column • Ik ben een nostalgisch mens. Ik kan met weemoed terugdenken aan wat eenmaal was. Niet dat ik daar blijf hangen. Niets is hier blijvend. Het leven moet nu eenmaal voorwaarts geleid worden. Bijna iedereen heeft de neiging om de werkelijkheid van zijn jeugd verregaand te idealiseren. Te verabsoluteren vaak: zoals het toen was, was het altijd. En vooral: zo had het moeten blijven. Dus verlangt mijn generatie terug naar de Beatles, de gulden en naar koningin Juliana. Maar John Lennon is dood. En ook in guldens zullen de prijzen heel erg 2021 zijn. En je krijgt er dan prins Bernhard ook bij terug… Toch herken ik dat verlangen, naar een tijd waarin alles overzichtelijk was en niet zo ingewikkeld. Anderen hadden de verantwoordelijkheid, de grote wereldproblemen gingen langs je heen, van vervuiling en grenzen aan de groei had geen mens gehoord en jij kon zorgeloos genieten. De harde werkelijkheid van het hier en nu roept ons genadeloos wakker uit zulke dromen: voorbij, o en voorgoed voorbij! Maar zolang die roep niet al te hard klinkt, is het heerlijk dromen, nietwaar? Mijn preekrooster voor deze maand riep zo’n droom tot leven. Ik had een preekbeurt in een naburig dorp: een avonddienst. Ik stroomde meteen vol met herinneringen. In mijn jeugd gingen we tweemaal ter kerke, des zondags. ’s Morgens met het hele gezin, ’s avonds mijn zusje of ik met een van onze ouders. Ik stond niet altijd te juichen om mee te gaan, zeker niet wanneer de vloer met lego bezaaid lag of ik een mooi boek aan het lezen was. Eenmaal daar was veel minder erg. De preek ging weliswaar langs me heen, maar ik kroop lekker tegen mijn moeder aan. Of ik zat trots naast mijn vader, die goed kon zingen. De grote kerk schemerig verlicht, ik sabbelde tevreden op een pepermunt of een rang. De werkelijkheid van deze zondagavond is anders: ik kan natuurlijk niet preken met mijn mond vol. Kerkgangers zijn er niet, want het is een uitzending in coronastijl. De moderne tijd, wat u zegt. Maar ik miste de mollige arm van mijn moeder. En de mooie stem van mijn vader…

egbertvanderweide

Uit de krant